Gedicht: een hebberige hand

Gedichtendag…

… verdichten van gedachten

waarom nog dichten
als je huis langzaam vergaat,
waarom in gedachten vluchten
nee, voor ’n gedicht… is ’t te laat.

Een aanklacht zou ’t wezen
een aanklacht aan…
ja, aan wie?
Niet aan alle Nederlanders,
medelanders die zich warmen aan ons gas,
’t gas van onder onze voeten,
uit de bodem die ooit (zo) stevig was.

Een aanklacht aan de politiek,
die liever wegkijkt, ’t is echt ziek
die de NAM laat nemen,
en een Overheid die steeds het meeste nam,
die Groningers niet mee liet delen,
zelfs niet toen men om de schade kwam.

Een miljardje hier,
wat centen daar,
een nieuw dorpshuis,
geen bezwaar;
Maar de schade echt vergoeden,
nee, dat doen ze niet,
wel de schone schijn ophouden,
maar bijna niemand die dat ziet.

Maar Nederland,
die aanklacht geldt ons allemaal,
wij lieten het gebeuren,
NAM, Shell en Exxon…, gaan daarmee aan de haal.
De schatkist werd gevuld…
maar veel zit er niet in…
ja een schuldenberg en wat papieren
we verzuipen er haast in.

Dus, doorgaan maar met pompen,
’t levert vast nog wel wat op?
Één ding weet ik zeker,
’t wordt voor Groningers een strop.
’t Herstel van al die schade…
dat red je niet met 5-miljard,
en als we doorgaan gas te pompen,
gaat het ons aan huis, aan haard en hart.

De bodem zal steeds sneller zakken,
de gasdruk neemt steeds verder af,
moeten wij dan maar ons boeltje pakken,
ons huis, ons land verlaten op ’n draf?
Lopen voor je leven,
’t is niet ondenkbaar in dit land,
ons Gronings land, dat leert te beven,
veroorzaakt door… een te hebberige hand.

©Simon Koorn – SiKo 2017-01-26 (gedichtendag)

Delen