De afgelopen maanden zijn we vooral bezig geweest met een zelf opgelegde, onmogelijke opgave: het op een rij zetten van alles wat speelt binnen het gaswinningsdossier. Dit is geland in de barometer ‘Boudel op rieg’. Toegegeven, we zijn niet blanco aan het document begonnen. Ons beeld was op z’n zachtst gezegd al niet heel rooskleurig over het verloop van het dossier. En toch zijn ook wij opnieuw geschrokken van het massieve en voortdurende overheidsfalen.
Het is een naar woord ‘falen’. In de meest milde duiding betekent het ‘het gestelde doel niet halen’. Maar het is ook gewoon ‘mislukken’. In alle gevallen is voor een beoordeling of er sprake is van falen, nodig om het af te kunnen zetten tegen wat de bedoeling was. Als de overheid hier heeft gefaald, wat was dan eigenlijk de bedoeling? Welk doel is er niet gehaald? En welk doel moet dan wel gehaald worden om niet te langer te ‘falen’? Het vreemde is dat die doelstelling door de overheid niet of heel beperkt wordt geformuleerd. Wat bedoelde minister Wiebes eigenlijk eind 2017 toen hij over het Gronings gaswinningsdossier zei dat er sprake was van “overheidsfalen van onnederlandse proporties”? Welke doelstelling was er toen volgens hem niet gehaald? Ging dat om het aantal versterkingsadviezen per jaar? Om het aantal af te handelen schademeldingen? Of vond hij gewoon dat er onbehoorlijk was omgegaan met Nederlanders die buiten hun schuld om in grote problemen terecht waren gekomen? Met een mede verantwoordelijke en profiterende overheid die ‘stond erbij en keek erna’. Wij hebben zijn uitspraak destijds op die laatste manier geïnterpreteerd. Wij dachten: het doel, een betrouwbare overheid die opkomt voor zijn inwoners, zijn burgers beschermt, was niet gehaald. En dus was er sprake van ernstig overheidsfalen. Dat falen kan maar op één manier gecorrigeerd worden: door alsnog de overheid te zijn die je wilt zijn. Het lijkt logisch maar bleek een misvatting.
Eén van de Hoofdconclusies van de Barometer is intussen het ontbreken van centrale regie enerzijds, en de enorme versnippering van het dossier anderzijds. Dat leidt ertoe dat het in theorie zo zou kunnen zijn dat alle ‘onderdelen’, alle organisaties en alle regelingen in zichzelf goed functioneren (wat overigens niet het geval is), maar dat de Groninger in zijn kwetsbaar en beschadigd huis nog steeds geen perspectief ziet en geen oplossing ervaart. Is er dan sprake van ‘falen’? En van wie dan?
Voorbeeld: als NCG dit jaar 4.000 inspecties aflevert, maar er zijn nauwelijks Groningers uit een benarde positie gered, heeft de NCG dan gefaald? Nee, de NCG heeft zijn doelstelling dan gewoon gehaald. Niks aan de hand. Als IMG erin slaagt om het aantal afgehandelde schademeldingen met 100 per week te verhogen, maar nog steeds komen er een veelvoud aan nieuwe meldingen bij en blijft het aantal zienswijzen stijgen, heeft IMG dan gefaald? Nee, dan hebben ze de doelstelling om sneller, meer schademeldingen af te handelen keurig gehaald. Falen de gemeenten wanneer hun plannen van aanpak niet worden gerealiseerd? Nee, hun taak was het vaststellen daarvan – dat hebben ze keurig gedaan. Voor de uitvoering moet je niet bij hen zijn.
En precies dáárom is die versnippering, het scheiden van schade en versterken, van allerlei losse subsidieregelingen, een probleem. Het bovenliggend doel: bewoners uit het moeras halen en daadwerkelijk perspectief bieden, is van niemand meer. Geen van de organisaties voelt zich daarvoor verantwoordelijk, ziet het als zijn of haar taak, of kan erop worden aangesproken. Ieder ploetert voort op zijn eigen stukje. Medewerkers onderin de organisaties, die wel de ambitie hebben om bewoners ‘serieus verder te helpen’ lopen zelf ook vast en worden gillend gek.
De Kamerleden Renske Leijten (SP) en Pieter Omtzigt (CDA) vergeleken vorige week in dagblad Trouw de situatie van de onterecht van bijstandsfraude beschuldigde ouders, met die van gedupeerde Groningers. “Doordat het zo ingewikkeld is gemaakt heb je nu allerlei grensdiscussies. (..) Ze zijn het kleiner aan het maken. Je kunt ook in één keer de pleister eraf trekken en zeggen: we compenseren een heel grote groep, ongetwijfeld krijgt iemand te veel, maar dat is dan maar zo. Dan zijn we er wel in een jaar vanaf. En wordt het niet nog traumatischer.”
En precies dát is wat wij hebben beoogd met onze tien stappen naar Herstel in Boudel op rieg.
T mout nou ais óflopen wezen.