Susan Top scheidend secretaris Groninger Gasberaad
Interview NRC 27 september 2021
Na zeven jaar stopt ze met haar strijd tegen gaswinning. „Ik wilde de Groningers niet in de steek laten, zij kunnen niet stoppen.”
Het is even stil aan de telefoon. Na een eerder gesprek had Susan Top nog niet alles gezegd over misschien wel het taaiste dossier in Nederland: de gevolgen van de Groningse gaswinning. Deze week stapt ze na zeven jaar uit dat dossier. Of dat voelt als opgeven? „Ja, eigenlijk wel een beetje”, zegt ze, na de stilte. „Omdat je niet stopt met het idee dat het nu allemaal goed geregeld en klaar is.”
Vanmorgen had ze nog in haar aantekeningenboekjes gekeken – van de honderden vergaderingen die ze bijwoonde. Soms met bewoners, maar vooral met ambtenaren, bestuurders en ministers. De boekjes stemde haar treurig. „Eigenlijk is het shocking hoeveel onderwerpen die in 2014 al op de agenda stonden nu nog op de agenda staan.”
Als ambtenaar van de gemeente Groningen rolde ze begin 2014 in de zogeheten Dialoogtafel, een overlegorgaan van alle bij de gaswinning betrokken partijen. Maar nadat bleek dat overheden en gaswinner de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) buiten de Dialoogtafel om besluiten namen, klapte de boel. Daarna werd ze als secretaris hét gezicht van het Groninger Gasberaad, een netwerk van dertien maatschappelijke organisaties, dat het politieke beleid probeerde te beïnvloeden.
Ze dacht al langer aan stoppen. De afgelopen jaren zag ze ambtenaren, bestuurders en ministers komen en gaan. „Het is slopend werk”, zei Top een paar dagen eerder in een Gronings koffietentje. „Maar ik wilde de Groningers niet in de steek laten, zij hebben niet de luxe te kunnen stoppen.”
Toch is het vanaf 1 oktober klaar. „Ik heb niet meer het idee dat wij als maatschappelijke organisatie het beleid nog kunnen beïnvloeden. We zijn steeds verder naar de rand geduwd.”
Spectaculair besluit
Het leek een tijd de goede kant op te gaan in Groningen. Dat toenmalig minister Eric Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) in 2018 besloot de gaskraan geleidelijk dicht te draaien, was „een spectaculair besluit”, zegt ze. Het kon volgens haar ook niet anders na alle maatschappelijke druk. Daarna is de aandacht voor Groningen verslapt. „Veel mensen denken dat de problemen zijn opgelost. De gaskraan gaat dicht, er gaat een klap geld heen, klaar.”
Niets is minder waar. Een deel van de woningen is nog steeds onveilig. „Daar kun je een kopje koffie maar half vullen omdat het anders overloopt, zo scheef staan de huizen.” Bovendien blijft de ernst van de bureaucratie in Groningen onderbelicht, terwijl daardoor steeds meer Groningers afhaken, ziet Top. „Veel gedupeerden zijn totaal murw geraakt, omdat ze al jaren keuzes moeten maken, waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien.”
Rapporten vol fouten over hun woningen, die ze zelf moeten corrigeren. Overheidsbrieven waarin gemaakte beloftes opeens worden heroverwogen. Enveloppen met zes folders erin, waar je iets mee moet. „De verantwoordelijkheid ligt volledig bij de burger, terwijl deze mensen niet om de bevingen hebben gevraagd. Het is ze aangedaan”, zegt Top. „Maar de overheid laat ze eerst zwemmen, dan verzuipen. Ze laat ze gewoon in de steek. Dat vind ik echt onbestaanbaar.”
Ze zucht. Het is niet alleen de schuld van één minister of de NAM, zegt ze. Het zijn weeffouten in het systeem die de afgelopen jaren zijn gemaakt. De eerste weeffout ontstond volgens haar op het moment dat de overheid de verantwoordelijk voor de schade-afhandeling en de versterking van huizen overnam van de NAM. Een goed besluit, vindt ze, want bij de NAM liep alles vast. Alleen nam de overheid het systeem dat de NAM had opgetuigd, over. Top: „En dat is een juridisch aansprakelijkheidssysteem dat erop gericht is te voorkomen dat mensen iets onterecht uitgekeerd krijgen.”
Het gevolg? De overheid ging door met het eindeloos onderzoeken of scheuren wel door de gevolgen van de gaswinning zijn ontstaan. „Daardoor duurt het hele proces tot op de dag van vandaag zo lang. En zien we dat de onderzoeken van deskundigen vaak duurder zijn dan het herstel van de woningen zelf.”
De overheid wil alle kosten op de NAM declareren. Volstrekt logisch, vindt Top. „Maar de consequentie is dat de NAM aan de achterkant eisen blijft stellen voor de rekeningen die zij moeten betalen. Daardoor is de overheid slechts een tussenloket.”
Nu wordt een scheur in de muur wél vergoed, maar de fundering waarop die muur staat niet, omdat de NAM de aansprakelijkheid daarvoor niet erkent, geeft Top als voorbeeld. Maar als de fundering niet wordt aangepakt, blijft het huis verzakken, waardoor weer nieuwe scheuren ontstaan. „De afgelopen jaren zijn dus herhaaldelijk scheuren dichtgesmeerd – elke keer pas na een duur schaderapport – maar is het probleem niet opgelost.”
Dit jaar deed de Algemene Rekenkamer nog de suggestie in één keer financieel af te rekenen met de NAM, waardoor er een einde komt aan alle bureaucratie en ondoorzichtige afspraken tussen de NAM en het Rijk. „Als we dat vijf jaar geleden hadden gedaan, hadden we veel ellende voorkomen en waren we goedkoper uit geweest”, denkt Top. „Dan hadden we ons dorp voor dorp, straat voor straat kunnen richten op wat er nodig is om op een verantwoorde manier de problemen op te lossen en dat geld van al die onderzoeken kunnen stoppen in het toekomstbestendig maken van huizen.”
Een tweede weeffout die Top in het dossier ziet, is het gebrek aan macht. Met de komst van Hans Alders in 2015 als Nationaal Coördinator Groningen was het bijna zover. Eén persoon die leiding gaf aan een organisatie voor de versterking van duizenden huizen en zich bemoeide met de schade-afhandeling. Alleen kreeg Alders nooit formele ‘doorzettingsmacht’, waarna hij in 2018 boos opstapte.
Een cruciale fout, volgens Top. „We zijn te bang geworden om verantwoordelijkheid te nemen en iemand de macht te geven. Maar nu wordt het dossier politiek beheersbaar gemaakt. De verantwoordelijkheden worden zo laag mogelijk neergelegd. Bij de mensen zelf, bij gemeenten, bij twee uitvoeringsorganisaties, maar zo ver mogelijk van Den Haag vandaan.”
Bestuurlijke spaghetti
Top telt intussen 25 verschillende regelingen, voor elk specifiek probleem is er een ander loket. Welke regeling voor jou geldt, heeft te maken in wat voor huis je woont en waar, wanneer je schade hebt gemeld, of je ooit meedeed aan een experiment of niet, en ga zo maar door. Niemand in die bestuurlijke spaghetti is eindverantwoordelijk, ziet Top. „Een probleem van velen is in de praktijk een probleem van niemand.”
En wat kunnen de bewoners daartegen doen? Bij de rechtbank procederen heeft doorgaans geen zin, zegt Top. „De rechter vaart vrijwel altijd blind op de deskundigen van de NAM of overheidsinstanties, zelfs wanneer rapporten aantoonbaar aan alle kanten rammelen.”
Ook demonstreren heeft nauwelijks nut door de versnippering aan problemen en regelingen, ziet Top. „Wat moet je nou op je gezamenlijke spandoek zetten? Jouw probleem is namelijk niet het probleem van je buurman, omdat jij weer onder een ander loket valt dan je buurman.”
Bovendien hebben ook de toezichthoudende organen te weinig macht om het tij te keren. „De nationale ombudsman, het Staatstoezicht op de Mijnen, de Algemene Rekenkamer, zelfs de Veiligheidsraad hebben door de jaren heen gezegd dat het niet goed gaat”, zegt Top. „Maar het maakt niet uit. De macht en tegenmacht is hier echt een issue.”
Deze week neemt Top wandelend afscheid. Elke dag loopt ze van dorp naar dorp in het aardbevingsgebied, steeds vergezeld door bewoners of andere betrokkenen. Voor de Groningers heeft ze nog één boodschap: wees solidair. Ze ziet de verschillen in het gebied steeds groter worden, waardoor soms onderlinge verhoudingen op scherp komen te staan.
Er zijn mensen die nauwelijks problemen hebben ervaren met hun woning, maar nu wel een flinke waardedalingcompensatie krijgen en subsidie voor de woningverbetering, terwijl een straat verderop iemand „totaal verzuipt in de schade- en versterkingsellende”, zegt Top. Steeds vaker spreekt ze in het bevingsgebied mensen die hun schouders ophalen, die niet snappen wat het probleem is omdat zij wel geholpen zijn en geld hebben gekregen.
En dat wordt ook zichtbaar in het straatbeeld. In een aantal dorpen en wijken komt strakke nieuwbouw, helemaal opnieuw uit de grond gestampt, terwijl dat een dorp of straat verderop niet zo is. „Vorige week sprak ik iemand uit een grote familie, van wie iedereen nog in de regio woont”, zegt Top. „Die broers en zussen hebben onderling enorme spanning, omdat ze allemaal anders uit de hele operatie zijn gekomen.”
Terwijl die willekeur is ontstaan door het bureaucratische beleid en ze er niets aan kunnen doen. „Ga elkaar niet de schuld geven”, waarschuwt Top de Groningers. „Waak voor jaloezie, maar ook voor schaamte. Help elkaar en wees solidair, alleen daarmee kan erger worden voorkomen.”