Wie: Sicco
Woonplaats: Garmerwolde
Huis: Een boerderij met nieuw voorhuis uit 2012
Heeft te maken met: schade-afhandeling door TCMG
Het bevingsverhaal van Sicco begint net als bij velen na de beving van Huizinge in augustus 2012. Deze beving veroorzaakte met name veel scheuren in de achtergevel van de oude schuur uit 1883. Samen met een inspecteur van de Nam loopt Sicco alle scheuren bij langs, waarbij Sicco aanwijst welke scheuren niet door de beving zijn veroorzaakt. Sicco wil de schade vergoed zien, maar hij hoeft er niet beter van te worden. Na korte tijd komt het schaderapport en laat Sicco de schade herstellen door een door de Nam gecontracteerde aannemer. Sicco is hierover meer dan tevreden.
In februari 2013 volgt een tweede schademelding. Dezelfde expert komt weer langs en hij stelt voor om de oude scheuren ook te herstellen i.v.m. de stevigheid van de gevel. ‘Dat is prima, maar die kosten betaal ik zelf’ is de reactie van Sicco. Ook deze schade wordt vlot afgehandeld met dit verschil dat de plaatselijke aannemer de schade herstelt. Wederom is Sicco tevreden. Tot nu toe lijkt alles soepel te verlopen met de schade-afhandeling. Helaas volgen al snel nieuwe schademeldingen.
Voorjaar 2017 maakt Sicco voor het eerst kennis met het CVW nadat hij een telefonische schademelding heeft gedaan. Lang blijft het stil. In september belt hij maar weer, en krijgt te horen dat een schade-opname niet eerder dan 12 februari 2018 kan plaatsvinden. Het is druk, er zijn te weinig experts ook i.v.m. de versterking. Op deze dag komen er twee heren om een nulmeting te verrichten, hoort Sicco op de dag zelf. Een nulmeting wordt het niet omdat niet alle muren goed zichtbaar zijn doordat er materialen voor staan. Een schade-opname volgt, er worden 176 foto’s gemaakt en er wordt meer schade geconstateerd dan Sicco zelf had gezien. Sicco heeft de indruk dat het een zorgvuldige opname is en vraagt na afloop aan de heren om een eerste conclusie. De experts willen zich echter niet uitlaten over de schade. Pas na drie keer de vraag indringend gesteld te hebben, wijken ze af van de instructies vanuit CVW. Niet alles is aardbeving gerelateerd, er zou ook sprake zijn van zettingsschade in verband met nieuwbouw van de woning. Binnen vijf weken zou het schadeopname rapport bij Sicco binnen moeten zijn. Er komt echter geen rapport. Via de media hoort Sicco dat de TCMG de afhandeling van de schades overneemt van het CVW. In juli 2018 ontvangt Sicco het rapport, die maar 1 kleine wijziging behoeft. Sicco ontvangt een brief met de mededeling dat zijn reactie wordt opgenomen in de rapportage. Sicco probeert een afspraak te maken met zijn zaakbegeleider die hem inmiddels is toegewezen. Zonder deze persoon gesproken te hebben, krijgt Sicco een nieuwe zaakbegeleider. Deze zegt hem toe het rapport aan te passen. Sicco vraagt naar de stand van zaken van zijn dossier. Hij krijgt verzekerd dat alles in 2018 wordt afgehandeld, ondanks dat het niet duidelijk is waar het dossier zich nu bevindt. Sicco heeft het gevoel dat de zaakbegeleider liegt en dit niet waar kan maken. Dit gevoel wordt waarheid als Sicco na een paar weken stilte maar weer eens navraag doet over zijn dossier. De zaakbegeleider zegt dat het dossier in behandeling is. Na lang aandringen van de kant van Sicco laat de zaakbegeleider weten dat dit dossier bij Expertise Bureau Noord ligt, toevallig bij één van de experts die op 12 februari 2018 ook de opname heeft gedaan. Sicco belt met deze expert. Deze verzekerd hem dat hij zijn dossier niet in behandeling heeft, sterker nog, het dossier bevindt zich niet bij hen in het pand. Sicco confronteert zijn zaakbegeleider hiermee, en vraagt hem of hij nog meer fabels weet te vertellen.
Na wederom enkele weken stilte neemt Sicco zelf maar weer eens contact op met zijn zaakbegeleider. Die is tijdelijk uit de roulatie i.v.m. ziekte. Een tijd later belt Sicco met TCMG, daar hebben ze nog nooit gehoord van zijn zaakbegeleider. ‘Het moet niet gekker worden’, denkt Sicco. Sicco komt zo weer uit bij zijn eerste zaakbegeleider. Deze zegt op dinsdag, ‘ik bel u komende vrijdag om u op de hoogte te stellen van uw dossier’. Op maandag ontvangt Sicco een email dat er vrijdag geen gelegenheid was om te bellen, maar dat het dossier nog steeds niet boven water is.
Sicco belt zijn zaakbegeleider om hem te confronteren met de uitspraken van zijn voorganger dat in 2018 alles geregeld zou zijn. Sicco stelt: ‘u liegt mij voor. Hier worden leugens verkondigd. Ik wil graag uw leidinggevende spreken’. Die weigert hem echter te woord te staan. Dit leidt echter wel tot een gesprek met een andere medewerker van TCMG.
Een dame dit keer, die direct duidelijk maakt dat het gestelde tijdspad onmogelijk is. Sicco krijgt nu te horen dat hij behoort tot de groep 2000. Dit zijn overgekomen dossiers van het CVW die op het moment worden afgewerkt. Als alles meezit, dan kan het eind januari 2019 rond zijn.
Maar alles zit niet mee. In april 2018 heeft Sicco bij de TCMG een aparte melding gedaan, er waren namelijk wat tegeltjes in het toilet gescheurd. Sicco ziet graag deze schade gelijk met de andere schade afgehandeld. Dat kan wel, stelt het TCMG, maar dat houdt wel in dat het oude dossier moet wachten op de nieuwe. Dit is voor Sicco niet bespreekbaar. Dat is alleen maar tijdrekken, aldus Sicco.
Daarop stelt Sicco voor om een bedrag van 50 euro op te nemen. Er zijn nog reservetegeltjes aanwezig, dan lossen we het zo op. Sicco mag deze schade wel intrekken, maar dat bespoedigt zijn afhandeling niet. Dus laat Sicco de melding maar staan.
In januari 2019 gaat de telefoon, de zaakbegeleider, er is een kink in de kabel. Bij de TCMG is men tot de ontdekking gekomen dat het om een boerenbehuizing gaat, en dat valt onder een andere categorie. Hiervoor heeft de TCMG nog geen experts. Pas eind 2019 kan alles afgehandeld zijn. Sicco legt uit dat zijn schade aan de gevels niet anders is dan bij een andere grote woning. ‘Tja, ik kan er ook niks aan doen’ zegt zijn zaakbegeleider.
Wel weet de zaakbegeleider te vertellen dat eind 2019 het stuwmeer aan gemelde schades leeg zal staan. Sicco vraagt wat de capaciteit is om alles af te werken. 200 per week is het antwoord, Sicco rekent voor dat een jaar 44 werkzame weken heeft en dat dit maximaal tot afhandeling van 9000 schademeldingen zal leiden. Aangezien het aantal schademeldingen zo ongeveer het dubbele is, gaat dit nooit lukken. Zijn zaakbegeleider geeft toe dat Sicco gelijk heeft. ‘Ik neem het mee terug naar de organisatie’. Sicco geeft hem mee dat hij maar beter op zoek kan gaan naar een andere baan, voordat hij nog verder verstrikt raakt in zijn eigen leugens.
In maart is het geduld van Sicco op. Een stevig telefoongesprek leidt tot een bezoek van zijn zaakbegeleider en een schade-expert. De schade wordt opgenomen en een termijn wordt afgesproken wanneer het rapport klaar moet zijn. Helaas verstrijkt deze datum zonder dat er bericht komt vanuit de TCMG. Wéér belt Sicco er achteraan. Het blijkt dat er een procesafspraak is dat een zaakbegeleider geen contact mag hebben met de schade expert in de periode dat het rapport wordt geschreven. Dit wordt pas duidelijk als Sicco de keuze geeft, of heel snel het rapport opleveren, of ik kom hoogstpersoonlijk langs om de zaken te regelen. Het duurt nu niet lang voor het rapport binnen komt. Sicco is wel tevreden over zowel het rapport als de uitbetaling.
Op moment van schrijven is alle schade afgehandeld inclusief de schade die door de beving van Westerwijtwerd werd veroorzaakt. Sicco maakt gebruik van de stuwmeerregeling, dit werd vlot afgehandeld. Eind goed al goed, al wil Sicco wel meegeven dat hij het voor zijn gevoel voor de helsdeuren heeft moeten wegslepen. Hij maakt zich zorgen om bewoners die minder assertief zijn, “want een ding is mij wel duidelijk: het komt het niet vanzelf wel goed”.