Wie: Wendy (45)
Woonplaats: Kiel-Windeweer
Huis: Een voormalig arbeidershuisje met een aanbouw
Te maken met: Mijnbouwschade in het zogenaamde buitengebied
“Het gaat altijd over het Groninger veld, nooit eens over het gaswinningsveld bij Annen of dat bij Wildervank. En precies tussen die velden, daar woon ik.” Wendy is meteen duidelijk: het is ongelooflijk frustrerend om veel schade te hebben en in het zogenaamde buitengebied te wonen. Waar Hoogezand-Sappemeer nog wel in het aardbevingsgebied ligt, valt Kiel-Windeweer buiten de zogenaamde schadecontour. Hemelsbreed scheelt dat minder dan 10 kilometer, maar als het gaat om de afwikkeling van mijnbouwschade is het een hele andere wereld.
In de afgelopen jaren zijn er twee behoorlijk zware aardbevingen in de buurt van Kiel-Windeweer geweest. Met Annen (Drenthe) als epicentrum was er een beving met een magnitude van 2.4 op de schaal van Richter op 9 november 2013. Op 23 december 2016 was er een aardbeving van gelijke zwaarte met Zuidlaren als centrum. Daarnaast waren er op 4 maart 2014 drie bevingen (1.1, 0.8 en 0.8) in het nabijgelegen Annerveenschekanaal.
In 2014 merkt Wendy de eerste schade op, maar ze legt niet meteen de link met de bevingen. “Dan kijk je met andere ogen. De kleine scheurtjes heb ik toen zelf dichtgesmeerd.” Later, als ze er in de media over leest en het er ook met dorpsgenoten over heeft, valt het kwartje. “Toen heb ik ook meteen mijn eerste schademelding gedaan bij de NAM.”
De eerste reactie van de NAM is duidelijk. Het huis ligt niet in het Groninger veld, dus het is onmogelijk dat de schade het gevolg is van aardbevingen. Als in februari 2015 een inspecteur van HBS Expertises de schade bij een buurvrouw aan het opnemen is, biedt hij aan om ook bij Wendy een kijkje te nemen. Hij zegt dat de scheuren die hij ziet zonder twijfel bevingsschade zijn.
Op 15 april 2015 laat de NAM weten om bij alle schademeldingen buiten de contourlijn een expert in te schakelen. Via het CVW heeft Wendy al op 6 mei 2015 een afspraak. Maar vijf dagen van tevoren wordt er zonder opgave van reden ineens afgezegd. Buurtgenoten van Wendy hadden hun afspraak eerder en die ging wel gewoon door. Daar werd bevingsschade geconstateerd. Die schade is later ook gerepareerd en vergoed, maar bij Wendy komt er niemand.
In oktober 2015 geeft Wendy zich op voor een steekproef van ingenieursbureau Arcadis. Dat bureau wil onderzoeken of schades aan de rand van het bevingsgebied door de aardbevingen komen. Wendy heeft een afspraak gemaakt, maar weer wordt er afgezegd. Volgens Arcadis was de interesse voor deelname groter dan verwacht en heeft Wendy pech.
Wendy is teleurgesteld, maar zet door. Ze laat iemand van De Vakman, een netwerk van klusbedrijven, haar schade bekijken. Hij had namens de NAM ook bevingsgerelateerde reparaties uitgevoerd bij de buurtgenoten van Wendy. Zijn oordeel is dat de scheuren bij Wendy niet anders zijn dan de scheuren bij de buren en in bijvoorbeeld Loppersum. Bovendien maakt hij zich zorgen over de schade in de keuken. Hij vraagt zich af het daar wel veilig is als er een nieuwe beving komt. Daarom stapt hij namens Wendy naar het CVW, maar daar stuit hij alleen maar op weerstand. Er valt niets te regelen.
De steekproef van Arcadis is in augustus 2016 afgerond. Conclusie: de kans dat de schade in het buitengebied is veroorzaakt door bevingen is verwaarloosbaar klein. Wendy en de andere schademelders buiten de contour hebben het er maar mee te doen. In diezelfde maand neemt het CVW weer contact op met Wendy. In een brief staat dat ze lang heeft gewacht, maar dat er nu een grondige controle zal komen. Door middel van een visuele inspectie en een data-analyse moet er een totaalbeeld van het huis ontstaan.
In oktober 2016 komt de inspectrice van Witteveen + Bos. Ze is waterbouwkundige. Wendy vraagt haar waarom er geen bouwkundig ingenieur is gestuurd. Het antwoord: iedereen bij Witteveen + Bos is ingezet. Ze is hier alleen om foto’s te maken, die dan door een team van schade-experts op afstand moeten worden beoordeeld.
Wendy vindt het belangrijk dat het fundament van het huis ook in kaart wordt gebracht. Ze vraagt aan de inspectrice of ze ook onder de vloer van de keuken en de woonkamer wil kijken. Daar heeft de inspectrice geen trek in, dus doet Wendy het maar zelf. Ze fotografeert de houten vloer met daaronder een zandvloer met tegels. In het rapport komt echter te staan dat het om een broodjesvloer zou gaan.
Tegen deze scheur in de eetkamer kijkt Wendy elke dag aan.
Dat rapport komt op 22 november 2016 binnen. Op een zondag neemt Wendy ruim de tijd om het lijvige rapport door te nemen. Ze komt allerlei waarnemingen van de inspecteur tegen waarvan ze zeker weet dat ze incorrect zijn. Met stijgende verbazing en groeiende ergernis bladert Wendy door het rapport. Het begint al op bladzijde één. Een betonnen latei wordt in het rapport voor een houten versie aangezien. “Ik dacht, dat is raar! Al mijn lateien zijn van beton, hoe komt ze er nou bij dat het van hout is?” Wendy bladert verder, in de hoop dat er niet meer missers in het rapport staan. Maar dat valt vies tegen.
Gasbetonblokken worden voor gipsblokken aangezien; een achterdeur heeft duidelijk een rollaag, maar de inspecteur meent van niet; getrapte scheuren staan aangemerkt als ‘niet getrapt’; de inspecteur ziet een loodslab over het hoofd; er zit een dilatatievoeg in een muur, maar de inspecteur oordeelt anders.
En dan zijn we er nog niet. Een gipswand wordt als ‘steenachtige wand’ beoordeeld; een houten vloer krijgt het label ‘vloerbedekking’; de gasbetonblokken worden ook nog eens aangezien voor kalkzandsteen. Daarnaast kloppen oppervlaktes van het huis en maten van scheuren van geen kant. Veel minischeurtjes zijn Wendy nog nooit opgevallen, maar in het rapport staat wel dat Wendy van die scheuren melding heeft gemaakt. Ten slotte zijn data van ontdekte schades compleet uit de lucht gegrepen.
Op elke pagina is wel wat mis. Wendy belt het CVW aan geeft aan dat ze niet akkoord gaat en dat ze een herinspectie door een bouwkundig ingenieur wil. Een paar weken later komt er een andere inspecteur van Witteveen + Bos langs. De inspecteur geeft met het schaamrood op de kaken toe dat de bezwaren van Wendy terecht zijn.
Op 29 maart 2017 komt dan het gecorrigeerde rapport van Witteveen + Bos binnen. Omdat Wendy dan op vakantie is, wil ze dat haar advocaat van de rechtsbijstandsverzekering de stukken eerst krijgt. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet ze om privacyredenen eerst een volmacht tekenen. “Wat een gezeik, dacht ik toen, het gaat toch om mijn privacy en ik zeg toch dat ik het wil? Zelfs hiervoor moet je vechten. Je wordt er doodmoe van, het is een uitputtingsslag.”
Er is ook nog een gedeeltelijke herinspectie nodig. Het team van schade-experts kon een drietal schades niet duiden, omdat de foto’s niet goed genoeg waren. Dus moet er voor de derde keer een inspecteur langskomen. Het wachten begint dus weer. Op 17 juli 2017 krijgt Wendy dan een voucher van 1500 euro aangeboden. Die tekent Wendy niet, omdat ze geen afstand wil doen van haar aansprakelijkheid. Ze blijft wachten op de herinspectie.
In een nieuw rapport is het eindoordeel als volgt: de schade aan het huis van Wendy is ontstaan door krimp, ongelijkmatige belasting van de fundering, variatie in de opbouw van de bodem en doorbuiging van de vloer. Uitgesloten is dat de schade is ontstaan door aardbevingen of geïnduceerde aardbevingen.
Wendy kan het niet geloven. Het huis staat er al sinds 1936. Ze woont er nu zelf sinds 1994. In 2001 is er een verbouwing geweest. Een ruimte van zes bij vier meter is er toen aangebouwd. De scheuren zijn gekomen vanaf 2013. “Dan kun je met je boerenverstand toch wel bedenken dat die scheuren niet nu ineens door krimp en een zwakke fundering komen?”
Wendy neemt weer contact op met het CVW. Ze wil nog altijd de herinspectie, omdat ze het allesbehalve eens is met de voorlopige conclusies. En alleen bij een volledig eindrapport kan Wendy een contra-expertise laten uitvoeren. Uiteindelijk kiest ze er met het CVW maar voor dat het gemankeerde rapport van Witteveen + Bos toch als eindrapport wordt beschouwd.
Wendy wil graag een second opinion. Het CVW heeft drie concerns aangewezen om die onderzoeken uit te voeren. Maar Wendy’s advocaat vraagt zich af of die bureaus wel zo onafhankelijk zijn als het CVW beweert. Hij zoekt een mogelijkheid om een ander bureau de second opinion te laten uitvoeren en de kosten daarvan te laten betalen door de rechtsbijstand.
Intussen zit Wendy nog altijd in haar huis vol scheuren. Zowel binnen als buiten en in ieder vertrek kan ze zo een paar horizontale, verticale en getrapte scheuren aanwijzen. Een grote scheur in de eetkamer irriteert haar mateloos. “Die zie ik elke dag. Je wordt er toch ziek van. Maar als ik het laat repareren, dan is het geen schade meer. En dan kan het ook niet in de rapporten worden verwerkt of worden vergoed.”
En dan is er nog een grote zorg: zouden, na al die jaren van gaswinning, het Groninger veld en de gasvelden van Annerveenschekanaal en Wildervank elkaar ondergronds niet allang hebben ontmoet? Misschien is het inmiddels één groot leeggehaald veld, dat steeds instabieler wordt en het risico op zwaardere aardbevingen groter maakt.
Wendy kijkt met lede ogen aan hoe haar dorpsgenoten worden behandeld. “Hoe er gesold wordt met mensen, dat is ongelooflijk. Er is hier veel vergrijzing. Het gros haakt af in de strijd om erkenning van de schade. Het kost ze te veel energie. Misschien is dat wel precies de bedoeling van de NAM.” Na haar jarenlange worsteling is het voor Wendy wel duidelijk: alle instanties in dit aardbevingsdossier nemen zomaar een loopje met je. Daarom is een lange adem voor iedere gedupeerde een noodzaak. Je moet verstand van je huis hebben en de tijd en moeite nemen om alles te begrijpen. “Het is zwaar, maar je hebt geen keus. Zoek steun bij je dorpsgenoten en de dorpsvereniging. Zet samen de schouders eronder.”
Geschreven door Menno van der Meer