Uit de Maatschappelijk Stuurgroep

Vorige week woensdag 23 maart vond de derde vergadering van de Maatschappelijke Stuurgroep plaats. Deze keer in het het dorpshuis in ‘t Zandt. Even in herinnering: de maatschappelijke stuurgroep is het officiële gespreksorgaan van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) met maatschappelijke organisaties. De NCG spreekt daarin maandelijks de organisaties van het Gasberaad en de Groninger Bodembeweging bij. Daarna doet hij dit ook met de zogenaamde Bestuurlijke Stuurgroep, waarin alle overheden (gemeenten, provincie & Rijk) zijn vertegenwoordigd. 

Vorige week stonden de regelingen op de agenda, het inspectieprogramma en wat kleinere onderwerpen. Het grootste deel van de twee uur durende vergadering is gegaan over de door NCG voorgestelde regelingen. Het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodembeweging konden nog één keer hun adviezen over deze regelingen naar voren brengen. De dag erop was de bestuurlijke stuurgroep gepland en diezelfde avond is de NCG met de regelingen naar buiten getreden.

U heeft dus inmiddels via de media kennis kunnen van deze nieuwe maatregelen. In dit artikel gaan we daarom maar kort in op de voorstellen en vervolgens delen we graag onze adviezen en inbreng op de verschillende onderwerpen met u.

Arbitersregeling

Voorstel NCG:

Iedereen die ná 1 januari 2016 schade heeft gemeld en die, ook na contra-expertise, niet met het CVW tot een geaccepteerd voorstel komt kan voortaan een beroep op onafhankelijke arbitrage. Nu is het nog zo dat dan de ‘derde deskundige’ (overigens ook vaak arbiter genoemd) in beeld komt. Deze geeft een voor NAM/CVW bindend oordeel, de schademelder kan daarna altijd nog naar de rechter. Het grote verschil is dat de huidige ‘derde deskundigen’ benoemd zijn door de NAM. De nieuwe arbiters worden aangesteld door de NCG die ervoor gekozen heeft hiervoor oud-rechters te benaderen.    

Advies Groninger Gasberaad:

De stap naar onafhankelijke arbitrage is een belangrijke stap. Het probleem van ‘de slager die zijn eigen vlees keurt’ wordt hiermee in hoge mate ondervangen en dat helpt. Het is een wezenlijke bijdrage aan het herstel van vertrouwen. Toch heeft het Groninger Gasberaad een aantal flinke kanttekeningen geplaatst.

Het is in onze ogen onbegrijpelijk om alléén schademeldingen van ná 1 januari 2016 in aanmerking te laten komen voor deze onafhankelijke arbitrageprocedure. Juist de mensen die nu al heel lang in een uitzichtloze procedure of padstelling zitten zouden hier nu mee geholpen moeten worden. We hebben dringend verzocht de oudste gevallen juist eerst aan te brengen bij deze arbitrage. Het argument van de NCG dat daarvoor onvoldoende ‘arbiterscapaciteit’ is is voor ons niet overtuigend. Al helemaal niet omdat niet duidelijk is gemaakt om hoeveel gevallen het dan zou gaan. En al deze gevallen moeten dan alsnog de procedure met de ‘derde deskundigen’ in, voor zover wij weten zijn daar minder van als van de vijf oud-rechters die straks de arbitrage gaan doen.

De redenering dat het aantal gevallen wat ‘druppelgewijs’ bij de arbiter aangemeld wordt moet worden afgestemd op de capaciteit van de Arbiters snappen wij niet. Hoe verhoudt zich dat tot het uitgangspunt: de bewoner staat centraal? Wij denken dat de redenering omgedraaid zou moet worden: de capaciteit van het arbiterssysteem wordt afgestemd op wat nodig is in de regio.

Wat ons betreft had de onafhankelijke arbitrage ook niet uitsluitend met oud-rechters en juridische staf gehoeven. Wij hadden en hebben steeds de voorkeur uitgesproken voor multi-disciplinaire arbiterscommissie met bredere scope. Een zuiver juridische uitspraak is en blijft ook nu altijd mogelijk via de ‘normale’ rechtsgang.

 

Pilot: Garantiefonds achterstallig onderhoud

Voorstel NCG:

In een aantal gevallen blijkt dat er niet alleen schade aan een gebouw is als gevolg van de aardbevingen, maar dat er meerdere oorzaken zijn aan te wijzen. Waaronder soms omvangrijk achterstallig onderhoud en/of constructieve gebreken, waarvoor de NAM geen aansprakelijkheid accepteert. De effectiviteit van de schadeaanpak en versterkingsopgave kan dan in het geding komen. Vaak blijkt de eigenaar niet over de middelen te beschikken om te voorzien in dat deel waarvoor hij zelf verantwoordelijk wordt gehouden. Met een in te stellen garantstellingsfonds kan de eigenaar door een lening met relatief gunstige voorwaarden zijn eigen deel uitvoeren. Hiervoor is 10 miljoen euro gereserveerd om een ‘pilot’ mee te gaan doen. Deze 10 miljoen wordt betaald door de overheden (40%) en NAM (60%).

Advies Groninger Gasberaad:

Wij kunnen ons voorstellen dat in een heel enkel geval een dergelijk fonds in beeld zou moeten kunnen komen. Er zijn situaties denkbaar die alleen oplosbaar zijn met een dergelijke constructie.

Maar nooit als ingrijpen/verstevigen noodzakelijk is om de NPR-norm te halen! En ook nooit als vast onderdeel van het reguliere proces. Met andere woorden, het kan niet zo zijn dat bij elke schade of versteviging-inspectie door de inspecteur/expert in het rapport meteen een deel achterstallig onderhoud wordt meegenomen.

Wat ons betreft: als er al een fonds moet komen, dan liefst low-profile, en uitsluitend te gebruiken in uitzonderlijke situaties met multicausale schade en meerdere betrokken partijen als laatste smeerolie. Voor in de achterzak van de bemiddelaar van de NCG. Niet in de inspectieformulieren op voorhand, niet bij reguliere schadeherstelprocedures, niet bij noodzakelijk versterken. Alléén door NCG te hanteren en níet door CVW/NAM! Kortom, we zijn gewoon hartstikke benauwd dat dit fonds het begin wordt van veel meer kosten afwentelen op bewoners zelf… De NCG heeft toegezegd dat dit niet mag gebeuren en dat hij erop toe gaat zien dat zich dit niet als (onbedoeld) effect gaat voordoen.

Tot slot hebben we de suggestie gedaan de benaming van het fonds aan te passen. Bijvoorbeeld: Fonds Noodzakelijk Onderhoud & Mijnbouwschade.

 

Pilot Koopregeling

Voorstel NCG:

De NCG heeft steeds aangegeven drie redenen/aanleidingen te zien voor mogelijk opkoop van woningen: 1. schrijnende situaties (heet in laatste versie MJP: ‘knelpuntgerichte benadering bij koop’), 2. bedrijfseconomische overwegingen (heet in laatste versie MJP: ‘vastgoedgerichte koop’), en 3. het niet kunnen verkopen van een woning door verstoorde woningmarkt (MJP: ondersteuning bij moeizame verkoop).

NCG stelt nu in de laatste categorie een pilot voor die de eenmalige opkoop van 50 woningen mogelijk maakt met een selectiecriterium gebaseerd op persoonlijke omstandigheden. Op basis van de opgedane ervaring daarmee wil de NCG bekijken of en hoe een mogelijk vervolg eruit ziet.

Advies Groninger Gasberaad:

Het is onze overtuiging dat huiseigenaren vooral op zoek zijn naar een bepaalde mate van zekerheid in de woningmarkt. “als ons huis over een paar jaar helemaal niks meer waard is kunnen we het beter nu zo snel mogelijk kwijt proberen te raken.” Dat zijn woningeigenaren die niet persé weg willen uit het gebied maar worstelen met de onzekerheid over de woningwaarde en de vraag of deze überhaupt ooit verkocht kan worden. Pas als er langjarig perspectief wordt geboden die die onzekerheid grotendeels weg kan nemen dan kan de categorie die werkelijk weg wil geholpen worden. Dan wordt de groep die daadwerkelijk een beroep gaat doen op een opkoop/garantieregeling veel kleiner en met meer focus op die inwoners, die werkelijk weg willen/moeten.

Wij hebben er vergeefs op aangedrongen om te (laten) onderzoeken of een dergelijke meerjarig garantiesysteem financieel én maatschappelijk niet een meer beheersbare situatie oplevert dan een (voorlopig) éénmalige pilot.

Er wordt voorgesteld om persoonlijke omstandigheden leidend te laten zijn bij de prioritering/selectie van de 50 woningen, in het geval er meer aanvragen dan vijftig binnen komen. Dat betekent dat de mate van ‘schrijnendheid’ een grote rol gaat spelen, waarbij we eigenlijk in het verlengde van de eerste categorie op te kopen woningen zitten, oftewel: knelpunt gerichte benadering bij koop. Die categorie ligt nu bij de Commissie Bijzondere Situaties. Wij hebben voorgesteld om, als dit op deze manier doorgang moet vinden, deze commissie daarbij te betrekken. Niet als NCG deze subjectieve afweging te willen maken en ook géén nieuwe commissie voor inrichten. Het liefst zien wij de nu beschikbare middelen voor opkoop naar de commissie Bijzondere Situaties gaan, met een ruimer mandaat om mensen uit hun bestand te kunnen helpen door het opkopen van de woning. De Commissie kan dat nu pas doen wanneer de persoonlijke problemen tot ongekende hoogte zijn opgestapeld. Waarom niet iets soepelere beoordelingen daar, dus het versterken van categorie 1 en daarmee iets meer tijd ‘kopen’ voor het uitwerken van categorie 3?

Kortom, het is heel fijn dat er straks vijftig huishoudens uit de brand geholpen worden. Daar geen misverstand over, dat juichen wij toe. Er gebeurt tenminste wat. Alleen zien wij hier nog niet het begin in van de broodnodige generieke opkoopregeling naar het ‘Moerdijkse model’. Maar wat niet is kan nog komen!

Delen