Uit het beraad: Loopjongens van de minister

Vorige week presenteerde de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) een conceptrapport aan de maatschappelijke organisaties: Gasberaad en GBB. In het rapport ‘Aanpak Gezondheidsgevolgen Aardbevingen’ constateert de GGD dat de gezondheidsproblemen breed spelen in het hele aardbevingsgebied, de klachten ernstige vormen aannemen en bovendien toenemen. In de toelichting op het rapport is de GGD duidelijk: de mensen worden niet ziek van de aardbevingen, maar van de gevolgen daarvan

Dus niet de aardbevingen zelf, maar zes jaar chaos, strijd, onduidelijkheid en onzekerheid waardoor veel inwoners langzaam de regie over hun leven kwijtraakten, en hun vertrouwen in de overheid, dát is het grootste probleem. En dat wordt niet meer opgelost met het voornemen de komende jaren de gaswinning te verlagen. Het dichtdraaien van de gaskraan is een randvoorwaarde geworden om het werkelijke probleem op te kunnen lossen. Niet meer en niet minder.

Haagse werkelijkheid 
Het komt vaker voor. Een Haagse werkelijkheid die weinig te maken heeft met de realiteit in de praktijk. Maar het Groningse gaswinningdossier spant de kroon. De Haagse werkelijkheid (de ene politieke partij sterker dan de ander) is er één van theoretische redeneringen en veel, heel veel, ‘overheidscommunicatie’ zuiver gericht op het scheppen van een eigen werkelijkheid. Als je iets maar vaak genoeg herhaald wordt het vanzelf werkelijkheid. In voldongen feiten zijn sommige politieke partijen niet geïnteresseerd, die staan immers al vast. Als product van het verleden. Liever kijkt zo’n partij met een ‘positieve blik vooruit’ waarbij je, door goede voornemens als feiten te presenteren, echt alle kanten op kunt. Vrijheid, blijheid! Nietwaar?  Het is natuurlijk ook veel aantrekkelijker om te geloven in een goede afloop die vanzelf komt nu er het voornemen is om de gaskraan op termijn dicht te draaien. Overzichtelijk, lekker positief, gericht op de toekomst. Klaar. Zelfs voor sommige Groningse bestuurders lijkt het verleidelijk voor die variant te kiezen. Het alternatief is natuurlijk ook niet aantrekkelijk: juist heel complex, tijdrovend, vraagt veel meer energie, inzet, moed en doorzettingsvermogen, is nauwelijks te overzien en moet zwaarbevochten worden. Brr.

We staan erbij en kijken ernaar
Maar waar staan we nu, vijf jaar na de start van de Dialoogtafel (weet u het nog?): De praktijk van publieke schadeafhandeling en versterken blijkt bijna nog erger dan het privaat al was. De TCMG dreigt te verzuipen. De inwoners worden ziek(er). De NCG coördineert niet meer maar moet uitvoeren, met een organisatie die zo zwaar is ontmanteld en verwaarloosd dat het praktisch vleugellam is. CVW groeit weer in positie. Nieuwe organisaties met afkortingen kondigen zich aan. Gemeenten zijn aan het herindelen en formeren, burgemeesters proberen het hoofd koel te houden, wethouders worden met onmogelijke boodschappen zaaltjes in gestuurd, raadsleden komen klem te zitten, de provincie vlucht in ‘procesafspraken’. Niemand weet meer wie waarover gaat, wanneer en waarom. Harde woorden vallen niet, krampachtig wordt binnen de lijntjes gekleurd, de ‘schuld’ ligt altijd elders. Voor elk probleem wordt een werkgroep ingesteld, zonder bestuurlijke eigenaar, zonder verantwoordelijkheid, zonder opdracht, zonder inbedding in een structuur, zonder deadline en zonder resultaat. En daarmee zakken de inwoners van de gaswinningsregio steeds dieper in het moeras. We staan erbij en kijken ernaar.

Loopplankje uit het moeras?
De regio maakte begin dit jaar een vuist: gemeenten, provincie én maatschappelijke organisaties. Door met gezamenlijk geformuleerde, dringende, adviezen aan minister en Tweede Kamer te proberen een eerste wankel loopplankje uit het moeras te bouwen. Maar Den Haag zag: dat loopplankje was natuurlijk de basis voor wat ooit een robuuste brug over het moeras zou moeten worden. En stel je voor dat dat geld zou kosten! Vakkundig en met een overdosis aan manipulatieve ‘overheidscommunicatie’ is het loopplankje kapotgetrapt. Groningse bestuurders staan beteuterd met de splinters in de handen. En nu? Dan toch maar kiezen voor de makkelijke weg of diep ademhalen en met rechte rug de onmogelijke opdracht tegemoet treden?

Geen loopjongens
Burgemeester Beukema van Delfzijl heeft zijn keuze gemaakt, zijn grens is bereikt. Hij weigert naar zijn inwoners te gaan met een verhaal wat hij niet kan uitleggen en waar hij niet in gelooft. “Wij zijn geen loopjongens van de minister.” De gemeente Delfzijl eist van de minister meerjarige garanties over het geld en de capaciteit zodat zij haar lokaal versterkingsplan kan uitvoeren op een manier die verantwoord én uit te leggen is. De burgemeester wil een verhaal wat rust kan brengen voor zijn inwoners, in plaats van nog meer onrust. Wij gaan er van uit dat de andere gemeenten zijn voorbeeld zullen volgen. Oók voor Loppersum en Midden-Groningen geldt: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald! Al was het maar omdat juist deze gemeenten inmiddels uit ervaring weten hoe enorm belastend het is voor hun inwoners om weer geen perspectief te zien na de zoveelste informatieavond.

De GGD spreekt in haar rapport van een in de tijd geëscaleerde situatie, met een stapeling van problemen die de inwoners van het gebied chronische parten speelt en die zich tot ramp heeft ontwikkeld. Een ramp! Het is de dure plicht van (regio)bestuurders om zich te verhouden tot deze ramp. Bij een ramp passen geen halve maatregelen, makkelijke oplossingen, eindeloze overleggen. En zeker geen slappe knieën van loopjongens..

Uit de nieuwsbrief van 6 februari 2019

Delen