Uit het beraad: Waarom is gelijk hebben iets anders dan gelijk krijgen?

En voilà! Het weeskindje is geboren. Een onuitvoerbaar Plan van Aanpak Versterken waar werkelijk niemand blij van wordt maar wat toch dóór de regio áán de regio verkocht gaat worden onder het optimistische motto: “Beter iets dan niets. Laten we vooral blij zijn dat we weer kunnen beginnen!”

Iedereen die langer dan twee jaar mee loopt in de gaswinningsproblematiek moet hier even knipperen met de ogen. Hoeveel kennis en ervaring hebben we nodig om te leren van onze fouten uit het verleden?
Wanneer houdt optimisme op en gaat het over in naïviteit?
Wanneer is ongeloof cynisme geworden?
Sinds wanneer wordt ‘opkomen voor burgers’ door bestuurders gelijkgesteld aan het door hen zo verfoeide ‘populisme’?
Sinds wanneer is gemakshalve meelopen met de macht niet meer gewoon laf te noemen?
En sinds wanneer is eigenlijk openlijk verzet tegen de algemene opvatting hetzelfde geworden als ‘Don Quichot-gedrag’ (en dus eigenlijk een beetje zielig)?
Sinds wanneer zijn we het normaal en acceptabel gaan vinden ‘dat gelijk hebben, iets anders is dan gelijk krijgen’?
En hoe zou het allemaal zijn verlopen als er sprake was geweest van gekozen burgemeesters?

Het zijn allemaal vragen die ons de laatste weken in toenemende mate bezighouden. Serieus bezighouden. Want alleen door het antwoord op deze vragen te zoeken en te vinden kunnen we (niet alleen het Gasberaad, maar ook andere belangenbehartigers en bewonersplatformen) nog proberen effectief te zijn. En eigenlijk geldt dat ook, misschien wel het allermeest, voor gemeenteraadsleden en statenleden. Deze gekozen volksvertegenwoordigers zijn al helemaal in een benarde positie terechtgekomen. Ze worden niet of nauwelijks geïnformeerd en hebben nog minder invloed. En dat terwijl juist zij op straat aangesproken worden door hun dorpsgenoten die concrete antwoorden willen hebben op concrete vragen. De onmacht en frustratie onder deze groep neemt toe. En terecht. Als gekozen volksvertegenwoordigers al het gevoel krijgen niet serieus te worden genomen in hun gemeente of provincie, waarom zou je het dan nog doen? Er is afgelopen week weer een groot aantal nieuwe raadsleden begonnen aan een grote verantwoordelijkheid. Als u de komende weken een raadslid tegen komt, maakt u dan eerst een diepe buiging uit respect. Voordat u hem of haar aanspreekt op die verantwoordelijkheid. Ze verdienen het.

In deze Nieuwsbrief laten we u vooral zien wat we de afgelopen periode hebben geprobeerd aan argumenten naar voren te brengen waarom dit volgens ons niet de manier is waarop je de versterking moet aanpakken. Zo kunt u zelf beoordelen of de antwoorden en tegenargumenten stand kunnen houden. Op 16 september hebben we samen met de GBB en de voorzitter van de maatschappelijke stuurgroep, Jan Kamminga, een brief naar de minister gestuurd. Op 2 november ontvingen we zijn antwoord. Ook de afzonderlijke maatschappelijke organisaties hebben bij de minister aan de bel getrokken over de gang van zaken en in het bijzonder de positie van de maatschappelijke organisaties daarin. Een aantal voorbeelden, met antwoorden van de minister, kunt u op onze website vinden.

We krijgen gelukkig niet alleen brieven van de minister, maar ook van velen van u. Een aantal daarvan plaatsen we na overleg – en desgewenst anoniem – ook op onze website (‘ingezonden brieven’). Het zijn vooral persoonlijke ervaringen met instanties die met ons gedeeld worden. Hoewel wij geen enkele mogelijkheid hebben om individuele gevallen concreet te helpen zijn die brieven of e-mails heel belangrijk voor ons. Het geeft een indruk van wat er nu in de praktijk terecht komt van alle afspraken en voornemens die zijn gedaan. Het vormt een belangrijk deel van onze brandstof. Dus blijft u ons vooral voeden met uw ervaringen. En echt: ook positieve ervaringen zijn meer dan welkom!

Uit de nieuwsbrief van 29 november 2018

Delen