Zienswijze verandering gaswet en mijnbouwwet

Geachte heer/mevrouw,

Afgelopen 29 maart heeft u iedereen, waaronder ons, verrast met de bekendmaking van het kabinetsbesluit om de gaswinning fors te verminderen. Naast dit besluit is er op diezelfde dag ook een voorstel voor een wijziging van de Mijnbouwwet en Gaswet online gepubliceerd. Wij vinden het erg ongelukkig dat juist in het precaire proces naar herstel van vertrouwen dit wetsvoorstel voor de regio volkomen onverwacht kwam, terwijl uw ministerie toch op wekelijkse, zo niet dagelijkse basis contact heeft met Groningen.

Daarboven op werden we geconfronteerd met een verkorte reactie termijn van twee weken,inclusief een Paasweekend. Voor het vervolg zouden we het zeer waarderen wanneer we iets eerder geattendeerd zouden worden op dergelijke ontwikkelingen. Op ons verzoek heeft er inmiddels wel een technische bespreking en toelichting met uw ministerie plaatsgevonden. Dat hebben we zeer op prijs gesteld.

Naar aanleiding van deze wijzigingsvoorstellen willen we graag een paar dingen onder uw aandacht brengen.

Afbouw

In het gesprek met de Maatschappelijke Stuurgroep heeft de minister van EZK aangegeven dat aan het einde van de kabinetsperiode de afbouw van de winning uit het Groninger veld zo ver is afgenomen dat er maximaal 4Nm³ per jaar gewonnen zou worden. Daarbij heeft hij aangegeven dat deze grens het negatieve scenario is en dat er met een paar meevallers de 0Nm³ per jaar gehaald zou worden.

Ten eerste zien wij niets terug van deze door de minister omarmde getallen in de wettekst of  in de memorie van toelichting. Daar wordt nog steeds uitgegaan van een maximale winning van 12Nm³. Echter is deze afbouw, de weg ernaar toe, nergens in de wijzigingsvoorstellen geborgd. Voor een groot deel van de afbouw zijn we afhankelijk van de mogelijkheden en bereidheid van anderen (grootverbruikers, buitenland, e.d.) maar ook van de “sturingsbereidheid” van de dan zittende minister van EZK. Liever hadden we meer waarborgen gezien, bijv. in de zin van een wet gericht op aanbodzekerheid (i.p.v.leveringszekerheid). Met andere woorden: taakstellend afbouwen.

Versterken

In de afgelopen jaren hebben vele bewoners in het gebied te horen gekregen dat ze onveilig wonen. Het huis, voor de bewoners hun thuis, is geïnspecteerd en geëngineerd en onveilig bevonden!

Het huidige art. 33 Mijnbouwwet is de grondslag voor de gehele versterkingsopgave. Daarin is bepaald dat de houder van een winningsvergunning alle maatregelen moet uitvoeren die redelijkerwijs van hem gevergd kunnen worden om te voorkomen dat als gevolg van de met de gebruikmaking van de vergunning verrichte activiteiten onder meer schade veroorzaakt of de veiligheid schaadt. In het nieuwe voorstel wordt dat anders geformuleerd namelijk, de vergunninghouder hoeft enkel nog de nadelige gevolgen zoveel mogelijk te beperken en alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de gevolgen van een zwaar ongeval te beperken. In de memorie van toelichting staat dat er gedacht moet worden aan de veiligheid rond installaties en daarmee niet de huizen van de bewoners.

Er wordt ook nog in het duister getast over de grondbewegingen na het stoppen van de winning. De wetenschap kan geen duiding geven over de duur van de eventuele zettingen van de ondergrond als de gaswinning verminderd of stopt. Op dit moment is het dus nog steeds noodzakelijk om de mensen in het getroffen gebied te voorzien van woningen waar ze veilig in kunnen wonen. Dit komt niet tot uitdrukking in de voorgenomen wetswijziging.

Afwegingskaders

Het toetsingskader was eerder makkelijker vormgeven dan in de voorgenomen nieuwe situatie. Op dit moment is het, in ieder geval op papier, nog zo dat veiligheid voor de bewoners het belangrijkste was. Echter wordt er in de voorgestelde regeling het veiligheidsbelang als uitgangspunt genomen. Dit veiligheidsbelang omvat meer dan alleen de bewoners in het gebied. Ook de leveringszekerheid van eindgebruikers wordt meegenomen in de afweging om meer of minder gas te gaan winnen uit het Groninger veld. Het lijkt nu echter zo ruim geformuleerd dat het onmogelijk is om alle belangen, waaronder ook werkgelegenheid, tegen elkaar af te wegen. Wat dan weer opvallend is, is dat de mate van versterken niet wordt meegenomen in de afwegingen van minister.

Kortom, het afwegingskader van belangen is erg groot en divers en daarmee ondoorzichtig.

Aansprakelijkheid schade

De verplichte winning vanuit het Groninger veld wordt door de minister bepaald, aangegeven wordt dat de NAM dan niet meer aansprakelijk is voor de ontstaande schade. De NAM is verplicht zich als goede vader te gedragen, kortom de procedures en de veiligheid van het personeel moeten goed geregeld zijn, maar de vervolgschade veroorzaakt door bevingen aan woningen en andere bouwwerken vallen niet meer onder aansprakelijkheid van de NAM. Frappant in deze casus is dat de minister, en daarmee het rijk, ook niet aansprakelijk is. Immers art. 6:178 BW geeft aan dat er geen aansprakelijkheid krachtens de wet is als de schade is veroorzaakt uitsluitend door voldoening aan een bevel of dwingend voorschrift van de overheid. Dit laatste lijkt opgenomen te zijn in de wet.

We roepen dan ook op om een apart artikel op te nemen om als grondslag te dienen voor de schadevergoedingen waarmee duidelijkheid wordt verschaft.

Instemmingsbesluit

Aankomend instemmingsbesluit kan niet volgens de nieuwe methodiek worden genomen. Hierbij bestaat aanstaand gasjaar nog uit een forse winning van 21,6Nm3 uit het Groningerveld, er is namelijk een mogelijkheid om meer te kunnen winnen dan strikt noodzakelijk is. Dit strookt ook niet met de ambitie van de minister van maximaal 4 Nm³ in 2022, de afbouwmoet nu al ingezet worden.

Contractant en transporteur

In de wet en de memorie van toelichten wordt GTS steeds genoemd als partij waarbij afstemming gezocht moet worden rond de winning uit het Groninger veld. GTS is de transporteur, Gasterra is de contract houdende partij voor levering aan derden. Deze partij wordt nergens genoemd en meegenomen in de afwegingen.

Werkingsgebied en belanghebbende

Het werkingsgebied van de voorgenomen wet wordt nergens aangegeven. Wat is geografisch het gebied waar het om gaat? Kan daarnaast verduidelijkt worden wie de belanghebbenden zijn? Op grond van het voorgenomen artikel 52d kunnen alleen nog maar belanghebbenden een zienswijze indienen tegen het winningsplan. In het gebied hebben de afgelopen jaren verschillende belangenverenigingen zich hard gemaakt voor de belangen van de bewoners en bedrijven. Dit is straks niet of nauwelijks mogelijk.

Met vriendelijke groet,

Namens het Groninger Gasberaad,

Jan Wigboldus (voorzitter),

Susan Top (Secretaris)

 

Delen